Kattenkruid, ook wel catnip of catmint genoemd, is een kruid dat het meest beroemd is om het feit dat ze katten naar nirvana stuurt. De geur van dit kruid heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht op katachtigen. Meestal rollen ze er eerst in voordat ze het oppeuzelen. Zodra de effecten opkomen, lijken katten een intense, veranderde bewustzijnstoestand te bereiken. De pupillen verwijden, ze worden onberekenbaar en rennen meestal rond als een waanzinnige. Uiteraard is het leuk om te zien hoe katten genieten van de effecten van dit schijnbaar psychoactieve kruid. De plantensoort heeft echter meer te bieden dan uitsluitend vermaak voor katten.
Kattenkruid, bekend onder de wetenschappelijke naam Nepeta cataria, is door bepaalde culturen gebruikt om de stofwisseling te stimuleren de en spieren te ontspannen. De soort behoort tot het geslacht Nepeta van de lipbloemenfamilie en is zeer vruchtbaar. De plant komt oorspronkelijk uit regio's in Oost-Europa, Centraal-Azië, het Midden-Oosten en bepaalde gebieden van China. Vanuit deze thuisbasis heeft de plant zich ook verspreid naar Noord-Europa, Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland.
Kattenkruid is een meerjarige plant. De hoogte bedraagt gemiddeld 50-100cm, waarmee de breedte overeenkomt. Kattenkruid is een lid van de lipbloemenfamilie. Het valt dan ook op dat het kruid lijkt op aarmunt, tevens bekend als groene munt. De groene bladeren zijn breed aan de basis en lopen taps toe. Tijdens de bloei verschijnen er kleine bloemen. Deze zijn prachtig roze en wit gekleurd, met kleine paarse vlekjes.
De plant is inheems in Europa, Azië en Afrika en komt voornamelijk voor in bossen en weiden. Kattenkruid is ook genaturaliseerd in Noord-Amerika. Dit betekent dat het er niet inheems is, maar is ingevoerd en in staat is hier te gedijen. Omdat het kruid zijn oorsprong vindt in een warme omgeving, prefereert het de volle zon en een warme temperatuur om te floreren. Het is ook behoorlijk winterhard, dus je hoeft je wat dat betreft geen zorgen te maken.
De plant bloeit van juli t/m september. Plant de zaden dus half maart tot half mei. Kies voor voedingsrijke, goed drainerende en over het algemeen losse aarde. De beste omgeving is daarbij fris en gemiddeld vochtig. Houd voor de aarde een pH aan van tussen de 6,1 en 7,8 en vermijd zout.
Je katachtige vriend verwennen met kattenkruid is een relatief modern fenomeen. Mensen zelf gebruiken het echter al duizenden jaren. Zelfs de oude Romeinen hebben het mogelijk als kruidentonicum gebruikt. Door de jaren heen namen kolonisten het vervolgens mee naar Amerika. Het gebruik werd daarmee steeds algemener in de 18de eeuw.
Het eerste destijds geschreven document met kattenkruid was een recept uit 1712 uit Massachusetts, waarbij het stond vermeld als ingrediënt. Boxers kauwden in die tijd ook op het kruid tussen wedstrijden door. Naar verluidt, zou het hen agressiever maken. Ook de Native Americans begonnen het in deze periode te gebruiken. Ze namen het daarbij op in hun eigen kruidenpreparaten.
Tegenwoordig geven we kattenkruid voornamelijk aan katten om hun pluizige leven wat op te leuken. Na gebruik van het kruid treft het ze met een golf van euforie. Sommige rollen gelukzalig rond, andere raken speels en weer andere katten krullen zich ontspannen op. Slechts de helft van alle huiskatten voelt echter een effect. Bovendien weet je niet of je kat wat van de effecten merkt totdat hij of zij 3-6 maanden oud is.
Bij mensen is het effect anders. Toch kan het kruid zeker voordelen bieden. Als je bijvoorbeeld lekker wilt slapen, bevordert kattenkruid mogelijk de slaapbereidheid. Daarnaast kan het kruid de spijsvertering ondersteunen. Zo dragen de verzachtende effecten bij aan een natuurlijke stoelgang. Mensen die regelmatig kattenkruid gebruiken, melden ook talloze andere voordelen. Toch is hier nog niet veel onderzoek naar gedaan.
Kattenkruid