Alles Over Mobiele En Immobiele Voedingsstoffen In Planten
Het herkennen van voedingstekorten in wietplanten kan best lastig zijn, vooral voor beginnende telers. Maar als je het verschil begrijpt tussen mobiele en immobiele voedingsstoffen voor planten, kun je een eventueel tekort beter aanpakken en sneller behandelen. Zo kun je de impact op de gezondheid en groei van je plant minimaliseren.
Mobiliteit van voedingsstoffen is een belangrijk aspect van plantenvoeding. Het wordt echter vaak overschaduwd door basisinformatie over NPK-formules en bemesting. Als je weet hoe planten voedingsstoffen door hun organisme verplaatsen, kan dat ontzettend handig zijn bij het bepalen van de gezondheid van je planten, voedingstekorten en meer.
Hier vind je een overzicht van mobiele en immobiele voedingsstoffen voor planten. We bespreken ook hoe de mobiliteit van voedingsstoffen in wietplanten werkt en delen enkele tips over hoe je tekorten aan voedingsstoffen kunt aanpakken wanneer deze optreden.
Mobiele versus immobiele voedingsstoffen
Het verschil tussen mobiele en immobiele plantenvoeding is vrij eenvoudig. Zodra mobiele voedingsstoffen door een plant worden opgenomen, kunnen ze worden verplaatst naar andere delen van de plant. Met immobiele voedingsstoffen is dat niet mogelijk. Zo zijn planten in staat om geassimileerde mobiele voedingsstoffen op zo'n manier te gebruiken dat ze de groei optimaal bevorderen. Ze kunnen bijvoorbeeld een voedingstekort in jonger gebladerte aanpakken door voedingsstoffen te gebruiken die in oudere bladeren zijn opgeslagen. Immobiele voedingsstoffen kunnen zich echter niet verplaatsen als ze eenmaal in een plant zijn opgenomen. Deze stoffen blijven meestal in de delen van de plant waar ze in eerste instantie zijn opgeslagen.
Wat zijn mobiele voedingsstoffen voor planten?
Zodra een plant voedingsstoffen opneemt, worden ze meestal opgeslagen in de gebieden waar ze het meest nodig zijn (meestal in of nabij punten van nieuwe groei). Naarmate een plant groeit, kan ze opgeslagen mobiele voedingsstoffen rond haar organisme transporteren naar plaatsen waar ze deze nodig heeft. Als een plant bijvoorbeeld meer stikstof nodig heeft om jonge, gezonde bladeren te ontwikkelen, kan ze in een ouder blad opgeslagen stikstof gebruiken om de nieuwe groei aan te drijven.
De primaire, secundaire en microvoedingsstoffen die we als 'mobiel' classificeren, zijn:
De bovenstaande stoffen dienen verschillende individuele doelen, maar ze delen enkele overeenkomsten. Algemene kenmerken van deze mobiele stoffen zijn:
- Ze verhuizen naar gebieden met actieve plantengroei
- Ze kunnen in alle richtingen bewegen
- Ze worden getransporteerd via de 2 belangrijkste vasculaire plantenweefsels (het xyleem en het floëem)
- Ze kunnen effectief worden toegediend via bodem- en bladbemesting (behalve stikstof, omdat je dit het beste in de aarde kunt aanbrengen)
Wat zijn immobiele voedingsstoffen voor planten?
In tegenstelling tot mobiele voedingsstoffen, kan een plant immobiele voedingsstoffen niet verplaatsen. Deze blijven meestal in de delen van de plant waar ze zijn opgeslagen. Als een plant aan een tekort aan immobiele voedingsstoffen lijdt, ontstaan de symptomen van dit tekort vooral in gebieden met nieuwe groei. In de meeste gevallen duurt het even voordat symptomen van een voedingstekort verschijnen, vooral als de ontbrekende voedingsstof immobiel is en de aangetaste plant langzaam groeit.
De voedingsstoffen die we als 'immobiel' classificeren, zijn onder meer:
In tegenstelling tot mobiele voedingsstoffen worden immobiele voedingsstoffen alleen via het xyleem getransporteerd. Omdat ze niet binnen een plant kunnen bewegen, verhuizen ze niet naar gebieden met nieuwe groei. Een tekort aan een van de hierboven genoemde immobiele voedingsstoffen manifesteert zich meestal eerst als symptomen in nieuwe bladeren. Het treft uitsluitend oudere groei als je het niet behandelt. Tekorten aan immobiele voedingsstoffen reageren meestal niet goed op bladbemesting. Je kunt ze het beste behandelen met meststoffen die je aan de aarde toedient. Vandaar kunnen de wortels ze opnemen en via het xyleem rechtstreeks naar die gebieden vervoeren waar ze het meest nodig zijn.
Hoe komt de mobiliteit van voedingsstoffen in wietplanten tot uiting?
Het correct identificeren van voedingstekorten kan lastig zijn. De verschillen tussen de tekorten zijn soms subtiel en lastig te onderscheiden, zeker als je net begint met het telen van wiet. Bovendien kunnen tekorten veel verschillende oorzaken hebben, naast een simpel gebrek aan voeding in het groeimedium. Denk aan problemen met de pH, over- of onderbewatering en temperatuurproblemen.
Als je wietplant tekenen van een voedingstekort vertoont, let dan goed op waar het tekort zich manifesteert. Tekorten aan mobiele voedingsstoffen manifesteren zich vooral in oudere bladeren onderaan de plant. Een goed voorbeeld is een tekort aan stikstof, waarbij de bladeren onderaan de plant vergelen. Dit zal zich meestal verspreiden als je het niet behandelt. Bij een tekort aan immobiele voedingsstoffen verschijnen de symptomen vooral in de jongere bladeren, aan de bovenkant van de plant. Als je geen actie onderneemt, zal het ook de rest van de plant treffen.
Hoe los je mobiele en immobiele voedingstekorten op?
Het aanpakken van mobiele en immobiele tekorten aan voedingsstoffen kan zo eenvoudig zijn als het op een gecontroleerde manier toedienen van de ontbrekende voedingsstoffen aan het groeimedium van je plant. Laat je echter niet verleiden door je wietplant direct een volle lading van de ontbrekende voedingsstoffen te geven. Het is beter om de dosis van de voorzichtig te verhogen. Je kunt ook geleidelijk naar een meer geschikte meststof overschakelen. Zo voorkom je overvoeding of, erger nog, een zoutophoping en een volledige uitsluiting van voedingsstoffen. In het geval van een tekort aan mobiele voedingsstoffen, kun je bladspray gebruiken om het tekort sneller aan te pakken. Onthoud dat dit meestal niet werkt bij een tekort aan stikstof, omdat de getroffen plant waarschijnlijk meer stikstof nodig heeft dan je met een bladspray kunt toedienen.
Wanneer je een voedingstekort hebt, raden we ook een algemene controle aan van alle belangrijke delen van je kweek. Zoals eerder vermeld, kunnen dergelijke tekorten vaak complexe onderliggende oorzaken hebben, zoals pH-problemen, zoutophoping, te veel/te weinig water en problemen met de temperatuur of luchtvochtigheid. Als je planten tekenen van een tekort vertonen, maak dan van deze gelegenheid gebruik om de pH en ppm van je aarde en voedingsoplossing te controleren. Beoordeel ook je schema voor bewatering en de algehele temperatuur en vochtigheid van je kweekruimte of tuin.
Mobiele versus immobiele voedingsstoffen: het verschil is belangrijk bij het aanpakken van voedingsoplossingen
Het verschil tussen mobiele en immobiele voedingsstoffen voor wietplanten begrijpen, is geen hogere wiskunde. En het kan erg handig zijn als je problemen met de voeding ervaart. Het helpt je de voedingsstoffen die je planten missen nauwkeuriger te identificeren, waardoor je in staat bent het tekort effectiever aan te pakken.