Wierook is de meest herkenbare vorm van communicatie via geur ter wereld. De naam wierook komt uit het Latijnse incendere, wat “branden” betekent. Wierook geeft een aromatische rook af die de zintuigen activeert en onmiddellijk de stemming verandert van degenen die het ruiken. Het is een oude schat, waarvan vandaag de dag nog steeds gedacht wordt dat het een zeer krachtige lichamelijke, psychologische en spirituele betekenis heeft.
Het is gebruikt voor religieuze doeleinden en voor het simpelweg laten genieten van de zintuigen, maar het gebruik van wierook wisselt drastisch, afhankelijk van de cultuur en de persoon die het gebruikt. Wierook wordt onder andere gebruikt voor geur, aromatherapie, ontspanning, ceremonie, verdoving, zuiveren, gebed, meditatie, insectenwerend middel en zelfs als tijdsindicatie.
De geschiedenis dateert verder terug dan de oudheid. Sinds de ontdekking van het vuur, nam de vroege mens al snel kennis van de krachtige, plezierige aroma’s die oprezen uit de verschillende houtsoorten en bladeren wanneer deze werden verbrand. Veel planten produceerden unieke geuren en, natuurlijk, verzamelde men deze rauwe materialen om te gebruiken.
Historisch bewijs suggereert dat wierook voornamelijk werd ingezet bij genezende en religieuze rituelen. Omdat rook opstijgt, zou het de goden tevreden stellen en gebeden naar de hemel dragen. Aromatische olie, kruiden en specerijen werden beschouwd als giften uit de hemel en bijna elke cultuur die wierook gebruikte, beschouwde dit als heilig. Wierook zuivert een gebied en heeft invloed op de stemming voor meditatie of andere religieuze praktijken. Wierook werd ook gebruikt om een gebied te desinfecteren van de stank van ziekte en dood.
De eer van het eerste vastgelegde gebruik van wierook, rond 2000 vC, behoort toe aan de oude Chinezen, voor ceremoniële aanbidding, maar bewijs uit prehistorische tombes suggereert dat het oude Egypte wierook al duizenden jaren daarvoor wierook gebruikte om hun goden tevreden te stellen. De oude Hindu teksten uit India, de Vedas, wekken de suggestie dat het gebruik van wierook nog veel verder terug gaat, tot wel 3500 vC. Hoe dan ook, veel meer oude beschavingen, waaronder Assyrië, Babylon en Perzië hebben wierook om soortgelijke redenen gebruikt.
Handelsroutes in het Midden-Oosten gedijden enorm goed vanwege de hoeveelheid inheemse gommen en harsen zoals frankincense en mirre. Veel van deze aromatische stoffen waren erg gewild en erg duur; sommigen waren nog waardevoller dan goud. De handel bereikte de top toen de Wierook route vanaf het Arabische schiereiland en India de Grieken en Romeinen bereikte. Oosterse Christelijke kerken adopteerden wierook voor zuiveringsrituelen en gebed en de Rooms-katholieke kerk volgde snel. De wierookzaken in Europa namen snel af na de val van Rome.
India was de eerste die een uniform en vastgelegd systeem creëerde voor het maken van wierook. Ze verdeelden wierook onder in vijf klassen: Fruit, water, vuur, aarde en lucht. De Indiase Hindoes en Boeddhisten gebruiken wierook voor de geur gerelateerde geneeskrachtige eigenschappen en het maken van wierook werd bijna uitsluitend door monniken gedaan. Wierook en aromatherapie zijn onlosmakelijk verbonden met de oude Indiase genezende wetenschap van Ayurveda. Indiase Boeddhisten introduceerden deze vorm van het maken van wierook in China rond 200 vC.
In China, werd het maken van wierook een gerespecteerde kunstvorm, samen met thee maken en kalligrafie. De Song Dynastie bouwde talloze kamers en gebouwen, speciaal voor deze wierook ceremonies. Wierook werd zelfs gebruikt als simpel chronologische toestel in Boeddhistische tempels; in wezen waren het klokken, ontworpen om te branden en een bepaalde tijd te markeren.
Toen wierook door Koreaanse Boeddhisten in de 6de eeuw werd geïntroduceerd in Japan, diende het om de aristocraten te vermaken. Bij de samurai krijgers in de 14e eeuw, werd wierook rond het hoofd en helm gehouden om hen onfeilbaar te houden in de strijd. Pas in de 15e en 16e eeuw kregen de hogere- en middenklassen toegang tot wierook.
Inheemse Noord Amerikanen gebruikten ook wierook en ook nu nog beoefenen ze een speciaal ritueel, genaamd smudging. Smudging is een zuiveringsritueel genaamd de "heilige rook kom zegening". Het is een integraal onderdeel van het leven dat wordt gedaan voor elke genezing, publieke bijeenkomst, pow-wow en zweethut. In de rook van de plant wordt de "heilige plant helper" gevonden die negatieve energie verjaagt, geneest, zegent en balans herstelt. Algemene planten voor smudging zijn ceder, salie, zoet gras en tabak.
Wierook kent net zoveel stijlen als er culturen zijn die het maken. Verschillende combinaties van bloemen- en plantenmateriaal worden gebruikt van aromatische planten; vruchten, stelen, takken, bladeren, schors, wortels, gommen en harsen zijn allemaal geschikt voor het maken van wierook. Sommige vaak gebruikte kruiden zijn sandelhout, agar hout, Makko poeder, Palo Santo, cederhout, Sumatra benzoë, guggul, Tolu balsem en steranijs. Indiase wierook makers voegen zelfs gember en kurkuma toe aan sommige samenstellingen. Essentiële olie kan aan de mix worden toegevoegd om een sterkere geur te creëren.
Er zijn eigenlijk twee soorten wierook: direct-brandende en indirect-brandende. Direct-brandende wierook wordt ook wel "brandbare wierook" en wordt aangestoken. Deze soort is gemaakt met een ontvlambare basis die ook het mengsel verbindt. Zodra het vlammetje wordt uitgeblazen, gloeit het door en geeft regelmatig rook af totdat de wierook op is; dit gebeurt zo regelmatig dat het tijd kan markeren. Indirect-brandende wierook is ook wel "onbrandbare wierook" genoemd omdat het een hittebron van buitenaf nodig heeft, zoals kolen, om het brandend te houden. Het bevat geen stoffen die het zelf brandend houden.
De basis is samengesteld als een droog verbindend poeder die de wierook bevat en de mix bij elkaar houdt. In de brandbare vorm zijn oxidatiemiddelen toegevoegd om gelijkmatig en constant te branden. Dit kan worden bereikt met honing, houtskool, hout, gomachtige materialen, of Arabische gom.
Wierook komt in vele vormen, maar de meest voorkomende zijn stokjes en kegels. Stokjes branden direct en hebben een ondersteunde kern van bamboe of sandelhout, bedekt met een laagje wierookmateriaal dat samen met de kern opbrandt. Solide stokjes zijn volledig van wierookmateriaal gemaakt en kunnen in kleinere stukjes worden gebroken, afhankelijk van hoeveel iemand wenst te branden. Kegels zijn ook een direct brandende vorm van wierook. Ze kunnen een afgeronde vorm hebben of een piramide vorm en lijken op een mini-vulkaan wanneer aangestoken. Ze zijn uitgevonden in Japan in de 19de eeuw. Vaak hebben zij een basis van houtskool en branden relatief snel. Andere vormen van wierook bestaan uit spiralen, poeders, papier en touw.
Wierook